‘Soms waren we weer de deugnieten van weleer’

Twee keer werd Jos Remmen als militair uitgezonden naar Libanon, maar de impact kwam pas veel later. Als gevangenisbewaarder stevende hij af op een burn-out en werd de diagnose PTSS. Na bijna tien jaar therapie in het Sinai Centrum durfde hij in 2018 een terugkeerreis aan. “Ik ben nog aan het nagenieten.”

Het gevoel van onmacht, dat is wat Jos Remmen (60) zich herinnert van zijn tweede tour in Libanon. “Israël was het land binnengevallen in het kader van operatie Peace for Galilea. Wij voelden ons zogezegd ‘in de zak gescheten’. Hoezo mandaat? Ze trokken zich niets van de VN aan, terwijl ze daar volgens mij toch lid van zijn. Ze veegden gewoon Zuid-Libanon leeg.”

Libanon

Toen de Nederlandse bijdrage aan UNIFIL zich in 1979 aandiende, tekende Remmen als beroepsmilitair onmiddellijk een bereidverklaring. “Ik was destijds vrijgezel en tot mijn verbazing werd ik eind 1979 al overgeplaatst naar het 44e Painfbat in Assen.” In juni 1980 werd Remmen als sergeant van een mortierpeloton uitgezonden. Hij kwam terecht op Post 7-23 in Jibal al Butm. “Samen met mijn commandant lukte het om een gouden team te smeden. We hebben met ons peloton nog elk jaar een reünie.”

Het was wennen toen hij weer aan de slag moest in Schalkhaar. In januari 1982 keerde hij dan ook terug naar Libanon. Dit keer kwam hij als sergeant 1 terecht op post 7-16 in Al-Yatun. “Het was een soort minikazerne waar ik me voornamelijk met materieelbeheer bezighield.” Later werd hij overgeplaatst naar Haris, maar na de inval van Israël in Libanon veranderde alles. “Het is misschien wel het meest frustrerende moment dat ik ooit heb meegemaakt. Ik heb nog steeds witte vlekken in mijn herinneringen van die tijd, maar de gebeurtenissen op Tyre Barracks komen in dromen nog steeds terug.”

Gevangenisbewaarder

In augustus 1982 keerde hij terug naar Nederland. “Maar ik voelde me ineens niet meer zo lekker in het leger en ben eruit gegaan. Achteraf gezien speelden er toen al verwerkingsproblemen.”

Hij stortte zich volledig op zijn nieuwe werk als gevangenisbewaarder. Toen de problematiek steeds groter werd, kreeg hij een burn-out. Aanvankelijk ging hij toch weer gewoon aan het werk, maar stond uiteindelijk op straat. “Van het ene op het andere moment was ik een wrak. Mijn vrouw zag ineens een man die om niets moest huilen.” Een bedrijfsmaatschappelijk werkster bracht uitkomst. “Zij had ervaring met Defensie en had maar twee vragen nodig om me open te breken.” De relatie met Libanon werd gelijk gelegd en via haar kwam hij in het Sinai Centrum terecht. “De diagnose was PTSS en ik werd daarna ook 100 procent arbeidsongeschikt verklaard.”

Weerzien met Libanon

Het was al langer gaan kriebelen, maar in 2018 besloot hij om deel te nemen aan een terugkeerreis van de stichting Weerzien met Libanon. “Ik had twee doelstellingen: zien of onze aanwezigheid zin heeft gehad en het bezoeken van cultuurhistorische locaties.” Beide zijn volgens Remmen meer dan behaald. “Ik heb een gigantische brok cultuurhistorie opgedaan – in een omgeving waar nu eens niet geschoten werd – en ik heb familieleden gesproken van mensen die ik tijdens de missie kende. Zij waren vol lof over onze inzet destijds. Ze zeiden: ‘We voelden ons door jullie aanwezigheid niet alleen veilig, maar ook serieus genomen.’” Remmen vond ook de groepsdynamiek leuk. “We zijn allemaal lotgenoten. En soms waren we weer de deugnieten van weleer. Ik ben nog aan het nagenieten.”

<<foto>>

Jos Remmen schudt de hand van de voormalige Force Commander van UNIFIL.

“Naar Libanon gaan was voor mij een groot avontuur” Interview met Rob Oostrom

Rob Oostrom was negentien jaar toen hij hoorde van Libanon, hij was dienstplichtig en kon zich aanmelden voor vrijwillige uitzending naar Libanon in het kader van de vredesmissie van de Verenigde Naties. Rob was bezig met zijn slagersopleiding maar wilde eigenlijk wel op avontuur, dus hij schreef zich in om uitgezonden te worden naar Libanon. Een land waar hij als zovele anderen nog nooit was geweest.

 

“Mijn moeder was doodsbang en mijn vader was apetrots” vertelt Rob, zelf wist hij niet wat hij moest verwachten maar hij had er wel zin in. Een avontuur in een ver land en daar dan ook nog iets goeds doen door proberen de vrede te bewaren. “Nu neemt elke negentienjarige een jaar vrij om te reizen, maar in die tijd was dat wel anders. Dat kon niet zomaar!”

 

Rob zat bij de lichting 80-6, met gezonde spanning ging hij, in 1981, met de rest van de mannen richting Libanon. Omdat er in Beiroet te veel aan de hand was en het vliegtuig daar niet meer veilig kon landen, landden ze in Tel Aviv en gingen ze vanaf daar met vrachtwagens naar het zuiden van Libanon.

“Dat was direct al een hele beleving, in Nederland zag het er toen allemaal netjes uit, in tegenstelling tot in Libanon: geen verharde wegen, een rotzooi van half ingestorte huizen, overal geiten, ga zo maar door.” Het was direct een sprong in het diepe, vertelt Rob.

Maar die sprong in het diepe maakte het niet minder mooi. “Mijn tijd in Libanon staat echt voor kameraadschap. Ik heb er vrienden voor het leven gemaakt, samen maak je zoveel mee.” Nadat hij in Libanon is geweest, maakt hij zijn slagersopleiding af, maar gaat uiteindelijk toch voor zijn vader aan het werk bij de varkenshandel. Na 22 jaar stopt hij daarmee en gaat hij voor zichzelf aan de slag als vrachtwagenchauffeur. “Al die tijd ben ik eigenlijk niet zoveel meer met Libanon bezig geweest, het was toch iets wat ‘daar’ gebeurde en wat je meemaakte met je maten daar.”  Toch begon het de afgelopen jaren een beetje te kriebelen bij Rob en toen Johan hem belde of hij niet eens mee wilde op een Weerzien Met Libanonreis, deed hij dat vorig jaar.

Het was een reis die hij, net als de eerste keer Libanon, nooit zou vergeten. “Dat kameraadschappelijke voelde ik weer, we gingen samen weer op missie.” Op de vraag wat hij het meest bijzondere aan de reis vond, hoeft Rob niet lang na te denken “Terug naar post 7-12, je loopt weer die berg op en alle herinneringen stromen binnen. Het ziet er dan wel niet hetzelfde uit, maar het gevoel van toen zal voor eeuwig bij mij blijven.”

 

 

Lebanon, I remember every day and every moment,

And I am proud to have served you

لبنان، اذكر كل يوم وكل دقيقة، وانا فخور جدا بخدمتك.

 

 

Stichting Weerzien met Libanon steunt eerste vrouwenvoetbalelftal van Zuid-Libanon

 

Enige tijd geleden werd WML geattendeerd op het bestaan van de eerste vrouwelijke voetbalclub in Zuid-Libanon. Na het inwinnen van informatie van diverse kanten, hebben wij besloten om deze sympathieke club te gaan ondersteunen op materieel en immaterieel gebied. Weerzien Met Libanon heeft zich eerder ingezet voor het door Nederlanders opgerichte weeshuis Tibnin en het Hiram Hospitaal in Tyre. De ondersteuning van de Terdeba Stars is een mooi vervolg daarop.

 

Tijdens onze komende terugkeerreis van 25 april t/m 5 mei zullen wij deze samenwerking en ondersteuning bekrachtigen door een kijkje te gaan nemen bij de sympathieke dames van Terdeba Stars.

Het idee is geboren om ook de ‘kleine’ dames uit ‘ons’ weeshuis in Tibnin een voetbal clinic aan te bieden bij onze ‘Stars’.

Dat sport verbroedert is duidelijk en dat weten wij Dutchbatt-Dutchcoy Veteranen maar al te goed, wie herinnert zich niet de wedstrijden tussen ons en Irishbatt, Fijibatt en de LAF. Ik denk wel eens dat daar de kiem van de innige vriendschap werd gelegd tussen ons Oranje Legioen en The Green Army. Maar het kon er ook hard aan toe gaan, zoals wijlen Rinus Michels het eens verwoorde: ‘Voetbal is Oorlog’.  Hoe toepasselijk in de situatie van toen. Tijdens de derde helft van deze wedstrijden in Libanon was het goed toeven met onze kameraden en het kwam voor dat je elkaar als ‘Brothers in Arms’ later weer tegenkwam tijdens een inzet ‘In The Service of Peace’.

 

Sport emancipeert  

Waar wij in Nederland het EK-vrouwenvoetbal al hebben gewonnen en het de normaalste zaak van de wereld is, is vrouwenvoetbal in Libanon nog niet zo gewoon. Precies een jaar geleden werd Terdeba Stars als eerste damesvoetbalclub van het zuiden van Libanon opgericht. Het is een volledig onafhankelijke vrouwenvoetbalclub zonder politieke kleur of religieuze verplichtingen. Iedereen is welkom. Van voetbal houdt bijna iedereen, daarbij zijn de vrouwen uit Libanon geen uitzondering. Maar tot vorig jaar was het spelen ervan alleen toebedeelt aan de vrouwen in Beiroet en omstreken. Nu is het spelen van voetbal veel tastbaarder en doen de Terdeba Stars al mee aan de competitie. Er zitten meisjes en vrouwen van alle leeftijden bij en uit wel 18 verschillende dorpen.

 

Door de omstandigheden in het zuiden, ging de opstart een beetje moeizaam, maar uiteindelijk had niemand uit de omgeving bezwaar. Dus kon de club gewoon starten. De club doorbreekt barrières en beperkingen en opent deuren voor jonge meiden en vrouwen om hun sport te beoefenen. En behalve dat, is de club ook belangrijk om de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen te laten zien. Met onze eigen vele ervaringen in het zuiden van Libanon, zijn we blij om deze mooie ontwikkeling te ondersteunen. Op deze manier kunnen we met materiële en immateriële manieren helpen en kunnen we zelf misschien nog een potje met ze voetballen als we er zijn. Want, wie houdt er nou niet van een beetje voetballen?

 

Lebanon, Been There, Went Back

 

 

WML SUPPORTS ‘CEDARS’

ONDANKS DE NEDERLAAG BLIJVEN WE DE ‘CEDARS’ STEUNEN.

Als geen ander weten wij dat het wel eens tegenzit met het nationaal elftal maar in moeilijke tijden geven we niet op.

James Jabra The Daily Star

BEIRUT: Lebanon’s miserable record against Qatar was extended Wednesday after the Cedars suffered a 2-0 loss in their opening Group E Asian Cup fixture inside the Hazza Bin Zayed Stadium in Al-Ain.

The Cedars have now lost 10 of 13 meetings with their fellow Arabs, with three draws in that time.

Lebanon, in their first Asian Cup appearance for 19 years, defended resolutely for the better part of of an hour, and even had a first-half goal from Ali Hamam harshly chalked off.

But their resistance was finally broken in the 65th minute as Bassam al-Rawi opened the scoring with a sizzling free kick, before Almoez Ali wrapped up the win 12 minutes from time.

“We tried to be solid and play on the counter, but in the end Qatar were better,” Lebanon skipper Hasan Maatouk said after the match.

Lebanon, been there, went back

 

 

THE FIRST DUTY IS TO REMEMBER 23 October 1983

Aanslag Amerikaanse Ambassade en op het Amerikaanse BLT Headquarters (Battalion Landing team) Ook aangeduid als ‘The Marine Barracks’.

Gerard Martens, mijn uitzending van Januari 1983 tot juli 1983

Tijdens mijn missie naar Libanon in het kader van UNIFIL kreeg ik medio mei ‘83 de opdracht om in konvooi pantserwielvoertuigen (YP-408) op te gaan halen in Beiroet. Deze kwamen hier aan in de haven, waar 6 maanden eerder Yasser Arafat en zijn PLO-militanten gedwongen werden Beirut te verlaten. Van hier moesten de YP’s naar het zuiden toe richting ons inzetgebied (Dutchbatt/Dutchcoy).

We verbleven een aantal dagen in Beiroet en waren gelegerd in de buurt van het Amerikaanse BLT Headquarters. (Marine Barracks) Er werd ons nadrukkelijk gezegd niet naar het Amerikaanse BLT Headquarters te gaan. De reden was mij toen niet duidelijk. Samen met een maat kwamen we toch in de buurt.
Uiteindelijk hebben wij bij de wacht aan de poort toestemming gevraagd om het terrein te mogen betreden. We kregen officieel toestemming. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Wat was dit kamp groots opgezet. We werden gastvrij ontvangen en het was een prachtige dag daar tussen al die Amerikaanse Mariniers die samen met de Fransen, Britten en Italianen deel uitmaakten van de Multi National Force. Een vredesmacht opgericht om stabiliteit in Beirut te herstellen na de gedwongen terugtrekking van de PLO uit de Libanese hoofdstad eind augustus 1982.

YP’s in de straten van Beirut.
US Marine op wacht voor het BLT HQ.
Voor het later opgeblazen BLT HQ (oostzijde).

Na ons korte maar plezierige verblijf in Beirut vertrokken we in colonne naar onze bestemming. Wat ik nooit meer zal vergeten zijn de vele Libanezen langs de kant van de weg die ons uitzwaaiden. We gingen immers met die zware voertuigen richting het zuiden, waar het HQ-Dutchbatt gevestigd was en de grens met Palestina (Israël). In Juli 1983 zat mijn uitzending erop Ik ging met heel veel herinneringen terug naar Nederland, niet wetende dat dit invloed zou hebben op mijn verdere leven.

18 april 1983
Op 18 april 1983 werd er een aanslag gepleegd op de ambassade van Amerika in Beirut. Dit nieuws ontvingen wij niet op de manier zoals nu gebruikelijk is. Het staat mij namelijk niet bij dat dit ons ooit medegedeeld is daar. Later vernam ik dat er 63 personen, vooral stafmedewerkers van de Amerikaanse ambassade en Amerikaanse Mariniers om het leven zijn gekomen. De aanslag werd gepleegd met een eerder van het ambassade terrein gestolen busje (juni ’82) waarin meer dan negenhonderd kilo aan explosieven waren geladen. Het busje passeerde de wacht, en kwam in de lobby van het 7 verdiepingen tellende Ambassadegebouw tot ontploffing.

Zelfmoordaanslag op de U.S. Ambassade op 18 april 1983 Hierbij kwamen 63 personen om het leven waaronder 6 CIA-inlichtingen officieren en de Regionale CIA Chef.

23 Oktober 1983, inmiddels terug in Nederland.
In de ochtend van deze zondagmorgen in 1983 ging de telefoon. Mijn moeder belde mij en vroeg of ik de televisie aan had staan. Dat was niet het geval. Ik zette de televisie alsnog aan en mijn moeder vertelde mij dat er een aanval was geweest op het Amerikaanse Kamp in Beiroet. Inmiddels waren de beelden van de aanslag te zien op de tv. De aanslag had deze zondagmorgen om 06:22:31 plaatsgevonden door middel van een lichte vrachtwagen geladen met 5000 kg aan explosieven en had 241 dodelijk slachtoffers ten gevolg, er waren 70 gewonden. Dit waren hoofdzakelijk Amerikaanse Mariniers. Het gebouw was volkomen verwoest.

Tegelijkertijd reed in het centrum van Beirut eenzelfde voertuig in op het HQ (Le Drakar) van het Franse 1e Regiment Parachutisten. Hierbij kwamen 58 Franse Parachutisten en de Libanese conciërge en zijn gezin om het leven.

Het was de grootste aanslag op Amerikaanse doelen sinds WO II, men zegt dat hierna “the War on Terror” door de U.S. zijn aanvang nam.

Het op 23 oktober 1983 opgeblazen BLT HQ.
Zondagmorgen 23 oktober om 06:22:31.
Het compleet verwoeste HQ, in de achtergrond de contouren van de verkeerstoren van het vliegveld.
Het bergen van de slachtoffers.

 

President Reagan stuurde Vice president Bush (senior) ter morele ondersteuning.
de eerste Purple Hearts werden al in het ziekenhuis (Duitsland) verstrekt.

Na terugkomst in Nederland vernam ik van mijn kapitein dat het verbod het kamp te bezoeken te maken had met onze eigen veiligheid. Je liep er gevaar omdat de verschillende milities de Amerikanen van partijdigheid betichten met de maronitische christenen, zodat deze het land zouden kunnen gaan domineren. De Marines lagen regelmatig onder vuur. Dat bleek in oktober 1983, toen veilig thuis maar aan de andere kant in mijn hoofd heel dichtbij. Een gevoel van onmacht kwam naar boven. Mijn maat en ik hadden bij dat BLT HQ aan de oostzijde een half jaar eerder een foto gemaakt als herinnering aan een geweldig gastvrij onthaal door deze Amerikaanse Marines. Ondanks dat er al heel wat jaren waren verstreken zijn heeft Libanon een plekje in mijn hart. En hoewel niet dagelijks zijn er nu nog steeds momenten dat ik terugdenk aan mijn uitzending. De rugzak heeft nooit vol gezeten maar echt leeg is hij nooit geweest.

Mei 2018
Ik heb altijd al gespeeld met de gedachten Libanon weer te bezoeken en begin dit jaar was het zover.
Gedurende de periode van 26 april tot en met 6 mei ben ik in Libanon geweest. De reis werd mogelijk gemaakt door de Stichting “Weerzien Met Libanon”. Ik vertelde mijn vrouw dat deze reis een punt was achter mijn uitzending. Maar ik moet bekennen dat de punt een komma is geworden. Ik wil ooit weer naar Libanon toe. Het was een prachtige reis met fijne mensen en zowel een reis met een lach als een traan.

Op de eerste dag hadden we een tweetal herdenkingen. Een herdenking bij de Franse Ambassade en een herdenking bij de Amerikaanse Ambassade. Voor mij een mooie afsluiting om hier bij de U.S.  Ambassade een krans te mogen leggen als eerbetoon aan de eerdergenoemde 241 omgekomen U.S. Marines. En die gelegenheid werd mij door Chris Laarhoven gegeven.
Samen met Bert Pijnenburg heb ik de krans mogen leggen.

“Blessed are the peacemakers, for they will be called children of God”

“SEMPER FI”

Het verhaal van Gerard Martens, door Chris laarhoven.